donderdag 15 augustus 2013

Bibliotheek en kunsteducatie groeien naar elkaar toe

 Ontwikkelingen rond de basisschool

1.
De animo bij gemeenten om de muzieklessen van kinderen en volwassenen te subsidiëren is aan het afnemen: cursussen voor volwassenen zijn al bijna overal kostendekkend en het buitenschoolse aanbod voor de jeugd lijkt nu te volgen. Daarnaast concentreren de kunstencentra zich, mede door bezuinigingen gedwongen, in toenemende mate op de leerlingen op en rond de basisscholen: het stimuleren van ontplooiing en talentontwikkeling samen met het onderwijs. Het is te voorzien dat hierdoor de schoolgebouwen meer gebruikt gaan worden voor buitenschoolse cultuureducatie, aldus een belangrijker wijkvoorziening wordend.

2.      
De bezuinigingen op het bibliotheekwerk dwingen de bibliotheken te snoeien in het aantal vestigingen (voorbeeld: de bibliotheek Rotterdam brengt het aantal vestigingen terug van 24 naar 6).De oorzaak is enerzijds de ontlezing van de samenleving en anderzijds de digitalisering. Bibliotheken concentreren zich naast hun kerntaak (uitlenen van de collectie uitlenen) steeds meer op de andere kerntaak leesbevordering. De activiteiten hiervoor vinden in toenemende mate plaats op de basisscholen door middel van lespakketten, het inrichten van schoolbibliotheken en het opstellen van biebbussen bij de scholen. Bibliotheken ontwikkelen daarnaast in toenemende talrijke activiteiten als cursussen, lezingen en kleine voorstellingen. Ook ontdekken bibliotheken een belangrijker wordende rol in het aanbieden van  verblijfruimtes, bijvoorbeeld voor de jeugd die er huiswerk komt maken. Veel van deze functies raken rechtstreeks aan (het functioneren van) de scholen in het basis- en voortgezet onderwijs.

3.   
Scholen die daarvoor open staan, kunnen de ontwikkelingen bij bibliotheken en kunsteducatie-instellingen benutten om uit te groeien tot centra voor onderwijs én cultuureducatie en wellicht zelfs tot centra voor wijkgebonden activiteiten (sociaal-cultureel werk).  In de gebouwen van deze (brede) scholen kunnen de openbare bibliotheek en het kunstcentrum zich manifesteren als  de voornaamste aanbieders van cursussen op het gebied van kunst en cultuur.

4.    
Daar waar deze ontwikkeling zich voordoet zullen de verschillen tussen de bibliotheek en het kunstencentrum steeds kleiner worden: beide zullen ze lespakketten, cursussen, lezingen, voorstellingen, uitvoeringen, e.d. aanbieden. Het is te voorzien dat de twee instellingen in toenemende mate dit aanbod op elkaar gaan afstemmen , elkaar daarin gaan aanvullen en ook cross-over activiteiten zullen gaan ontwikkelen.

Bibliotheken en Kunsteducatie-instellingen zullen in dit scenario de komende jaren qua aanbod, methodiek en locaties steeds meer op elkaar gaan lijken. Op deze lijn verder denkend kan dit inhouden dat - in de huidige fusiegolf tussen culturele instellingen – de ogen steeds vaker gericht zullen zijn op de mogelijkheid om bibliotheek en kunstencentrum te combineren, in plaats van de ‘klassieke’ fusie van kunstcentrum en theater. De voordelen daarvan kunnen zijn:

·         Directe koppeling tussen onderwijsdoelen/culturele doelen/sociaal-culturele doelen;
·         Bibliotheek heeft overdag veel bezoekers; kunsteducatie (los van de kunstmenu’s in de klaslokalen)
        trekt cursisten vanaf 16:00 uur. Het gevolg is: efficiënt ruimtegebruik;
·         Een elkaar versterkend les- en cursusaanbod;
·         Solide basis in de wijken en direct contact met de leden/cursisten/gebruikers op wijkniveau;
·         Door samenwerking op activiteitenniveau zal ook samenwerking in back-office en frontoffice-taken
        ontstaan, waarmee kostenbesparing wordt bereikt.

Paul van Oort
Cor Wijn
Cultureel adviseurs

15-08-2013